KNBRD Junior Redder 1 t/m 4 en Zwemmend Redder 1 t/m 4
Als de leerlingen eenmaal kunnen zwemmen en daarin ook geoefend zijn, kunnen ze beginnen met het zwemmend redden. Bij deze diploma’s worden ze hierop spelenderwijs voorbereid. Ze leren wat ze moeten doen als er iemand in het water ligt, hoe ze zich kunnen bevrijden als ze door een drenkeling worden vastgepakt (bevrijdingsgrepen) en hoe ze de drenkeling vervolgens naar de kant kunnen vervoeren (vervoersgrepen). Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het gebruik van reddingsmiddelen, zoals onder andere de reddingsklos en de reddingshaak, en het op de kant brengen van een drenkeling. Het oefenen van deze technieken vindt allemaal in het zwembad plaats.
KNBRD Life Saver 1 t/m 3
Tijdens deze opleiding worden de vaardigheden die tot nu toe zijn aangeleerd bijgehouden en komen er nog enkele nieuwe vaardigheden bij. Deze nieuwe vaardigheden hebben vooral betrekking op de praktijk van het zwemmend redden; er worden ongevallen gesimuleerd, waarbij alle geleerde kennis in praktijk moet worden gebracht. Naast dit praktische gedeelte ligt er ook veel nadruk op de theorie van het zwemmend redden. Deze theorie gaat over de algemene aspecten van het zwemmend redden, zoals preventie en het redden van drenkelingen uit binnenwateren, zoals kanalen, rivieren en meren. Verder wordt er ingegaan op het aspect ‘auto te water’ en wordt er behandeld wat te doen bij ijsongevallen. Behalve de theorie van het zwemmend redden wordt er ook geleerd hoe eerste hulp bij een ongeval (EHBO) kan worden verleend, door middel van een EHBO-opleiding. Eerste hulp aan drenkelingen is erg belangrijk, omdat er vaak niet direct een ambulance of andere hulp aanwezig is.
Lifeguard opleiding
De Lifeguard opleidingen is één van de zwaarste opleiding en bestaat uit drie niveaus, namelijk niveau 2 (Junior Lifeguard), niveau 3 (Lifeguard) en niveau 4 (Senior Lifeguard). De opleidingen zijn gebaseerd op competentiegericht leren. Een competentie betekent vertoond gedrag. Om dit gedrag te vertonen, heb je kennis, kunde en beroepshouding nodig. Eerst wordt gekeken naar iemands vaardigheden, eigenschappen, kennis, attitude en dergelijke. Dit wordt vergeleken met dat wat iemand zou moeten kunnen om goed te functioneren. Op basis van die vergelijking wordt gekeken, waarvoor iemand kan worden opgeleid. De opleidingen zijn dus op de persoon afgestemd. Bij competentiegericht leren, staat het leren met opdrachten en het opdoen van ervaring in de praktijk centraal. In samenwerking met de kustbrigades bestaat er in de zomerperiode de gelegenheid om tevens je PVB voor Lifeguard Beach te behalen. Na het behalen van dit PVB is men getraind in het assisteren bij de strandbewaking. Jaarlijks trekken veel leden van de GRB naar bijvoorbeeld de Kust van Noord-Holland en ook Zeeuwse kust om daar de stranden te bewaken.
(Ass.-)Instructeur zwemmend redden
Na het behalen van de diploma’s in het zwemmend redden bestaat er de mogelijkheid opgeleid te worden tot (ass.) instructeur. Dit zijn zware opleidingen waarbij hoge eisen worden gesteld aan de deelnemende kandidaten. Met het diploma voor assistent-instructeur is de instructeur bevoegd les te geven in het elementair zwemmen (aanleren van de zwemslagen) en de lagere diploma’s van het zwemmend redden. Met het diploma voor instructeur is de instructeur ook bevoegd les te geven in de hogere doploma’s en de bijbehorende theorie. Daarnaast kan een instructeur het brigadebestuur assisteren op organisatorisch en technisch gebied. De basis voor de opleiding (ass.) instructeur bestaat uit theorie. Daarnaast speelt het in praktijk brengen van de geleerde theorie een grote rol; hierop wordt de kandidaat tijdens het examen ook beoordeelt, net als op creativiteit in de zwemlessen die tijdens een examen door de kandidaat worden gegeven.